Pulmonale Hypertensie

Pulmonale hypertensie (en Eisenmenger syndroom)

Bij pulmonale hypertensie neemt de druk in de longvaten toe. Aanvankelijk wordt dit veroorzaakt door het reactief samentrekken van de bloedvatwand waardoor de opening in het bloedvat verkleint. Een aangeboren communicatie tussen de rechter- en linkerhartkamers kan leiden tot pulmonale hypertensie. Het bloed gaat door die holte van links naar rechts en het rechter hart moet veel meer bloed door de longen pompen. Deze verhoogde bloedtoevoer door de longen gaat geleidelijk de longvaten beschadigen. Dit kan onopgemerkt verlopen. Na jaren evolutie, wanneer de patiënt volwassen wordt, gaat pulmonale hypertensie symptomatisch worden bij 3 tot 50% van de patiënten afhankelijk van het type hartafwijking. Meer en meer worden die afwijkingen vroegtijdig gecorrigeerd om die evolutie te vermijden.

Als de toegenomen bloedstroom door de longen via een atriumseptumdefect,ventrikelseptumdefect of open ductus Botalli leidt tot een sterke toename van de druk in de longvaten, zal de bloedtoevoer van links naar rechts afnemen en zal een bloedtoevoer van rechts naar links op de voorgrond staan. Er is dan sprake van het Eisenmenger syndroom.